Voorrang voor inwoners met lokale binding of vitaal beroep op de woningmarkt

De Eerste Kamer heeft op 12 december het wetsvoorstel tot wijziging van de Huisvestingswet 2014 aangenomen. De CDA-fractie in de Eerste Kamer heeft voor het wetsvoorstel gestemd. Deze wet legt de nadruk op het versterken van lokale gemeenschappen, het aanpakken van betaalbaarheid en het bevorderen van een gevoel van thuis, zoals senator Theo Rietkerk benoemde in zijn inbreng. De CDA Eerste Kamerfractie vindt dit wetsvoorstel een juiste versterking en zijn blij dat de mogelijkheden voor gemeenten om maatwerk te bieden bij het aanpakken van de lokale uitdagingen in de volkshuisvesting vergroot worden. De CDA-fractie ziet het voorstel als een stap in de goede richting om lokale gemeenschappen te versterken en wonen toegankelijker te maken voor diverse doelgroepen.

De evaluatie van het wetsvoorstel was gepland voor over vijf jaar, maar de minister heeft toegezegd de wet over drie jaar te evalueren. Dit nadat senator Theo Rietkerk tijdens het plenaire debat heeft aangedrongen op een mogelijk eerder tussentijds onderzoek, gezien de uitdagingen waar de woningmarkt momenteel voor staat.

De voorgestelde wet erkent een huis niet alleen als een materieel bezit, maar als een thuis waar men zich gekend en veilig voelt. Het benadrukt het belang van lokale gemeenschappen en het gevoel van thuis zijn als fundamenten voor een gezonde samenleving. Het wetsvoorstel bevat diverse maatregelen om de woningcrisis aan te pakken: zo krijgen gemeenten  de bevoegdheid om bij een deel van de nieuwbouwwoningen voorrang te geven aan hun eigen inwoners of mensen met vitale beroepen, zoals politieagenten, brandweerlieden, leraren of verpleegkundigen. Hiermee wordt gestreefd naar het behouden van lokale binding en het versterken van sociale cohesie. “Nu trekken jongeren weg uit de gemeenschap, waar ze thuis horen, omdat er geen plek is. Voor de vitale beroepen zoals agenten en onderwijzers geldt dat ze juist geen plek in de gemeenschap kunnen vinden”, aldus Theo Rietkerk.

De mogelijkheid om een huisvestingsvergunning in te stellen wordt uitgebreid van alleen huurwoningen naar nieuwbouw koopwoningen, met een verkoopprijs tot maximaal de betaalbaarheidsgrens (€ 390.000 in 2024). Dit geeft gemeenten meer controle over de beschikbaarheid van betaalbare koopwoningen. Gemeenten krijgen de ruimte om lokale behoeften te bepalen en zelf grenzen te stellen aan huizenprijzen onder de maximale betaalbaarheidsgrens op basis van lokale verschillen. Dit biedt de mogelijkheid voor lokaal maatwerk.